Een Gallup peiling van volwassen Israëlische Joden, uitgevoerd door IMRA op zondag 28 november 1999, wees uit dat de overweldigende meerderheid (75.2%) van de ondervraagden geloven dat de Syriërs alle in hun bezit zijnde informatie over Israëlische MIAs en POWs moeten verschaffen voorafgaand aan de tekening van enig Israëlisch-Syrische akkoord.

Drie Israëlische soldaten werden gevangen in een tankslag met Syrische en Palestijnse troepen nabij de Libanese plaats Sultan Yaqub in juni 1982. Later die dag berichtten reporters van Time magazine, AP en de Syrische media dat drie levende Israëlische soldaten op inbeslaggenomen Israëlische tanks in een 'overwinningsparade' door de straten van Damascus werden geleid.

Sindsdien zijn er vele berichten geweest dat de mannen vastgehouden worden onder Syrische toezicht en dat sommige van de mannen mogelijk nog in leven zijn. Riffat Assad, de broer van de Syrische President, de Syrische Minister van Defensie Mustafa Tlass, BBC verslaggevers, Amnesty Internationaal (1988 Rapport), Syrische Joodse getuigen te Damascus en anderen hebben allen getuigd dat Syrië de gevangenen heeft.

Recentelijk liet Radio Israël weten dat de Israëlische Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Naif Masalha, van Salah Ma'ani, de commandant van de door Syrië gesponsorde Palestijnse troepen in de Slag van Sultan, gehoord had dat levende soldaten gevangen waren genomen in de strijd, en overgeleverd waren aan de Syriërs.

De Syriërs hebben ook informatie over de Israëlische navigator Ron Arad, die in door Syrië gecontroleerd Libanon werd gegrepen door Shi'itische militieleden in 1986. Arad was vastgehouden met medeweten en goedkeuring van Syrië en was vervolgens in 1988 "verkocht" aan door Iran gesteunde troepen. De Geneefse Conventie van 1949 (Sectie 2, Artikelen 11 & 12) houdt Syrië verantwoordelijk voor het lot van de mannen.